Haast hebben

– toekomstige gebeurtenissen zullen je leven op zijn kop zetten

Haas

– vruchtbaarheid
– angst
– eten van: rust, welvaart en geluk
– vluchtende: angst voor seks

Haarlok

– ontvangen: nieuwe liefdes relatie
– geven of verliezen: liefdesbreuk

Haard

– moederlijkheid en geborgenheid
– verandering
– levenskracht
– aankondiging van vele mensen die bij je op bezoek zullen komen
– bij een open haard staan: goede levensomstandigheden
– vuur in haard gaat uit: dood van een familielid

Haan

– mannelijk, seksueel symbool
– trots en hoogmoed
– mooie: onrust in de liefde
– horen kraaien: iemand bespot je
– vechten met een andere haan: concurrentie, strijd
– om op te eten: een belangrijke onderneming zal niet slagen

Haai

– gevaar
– overspanning
– verlies van eigen persoonlijkheid (individu)
– handelen uit eigenbelang

Haagwinde

– staat symbool voor een verdenking