Kabouter

– lieve: hulpvaardige vriend
– boze: listig en sluw

Kaas

– vele vrienden
– eten van: goede verwachtingen voor de toekomst

Kaarten (speel)

– bedrog
– spelen met: kan wel wat extra geld gebruiken
– kunstjes met: toetreden tot een voornaam gezelschap
– winnen met: verlies
– verliezen met: schade

Kaars

– symbool van het leven
– grote: wedergeboorte
– brandende: blije gebeurtenis
– gedoofde: ongeval of een ziekte
– dragen of gedragen zien worden: bijwonen van een uitvaart
– stompje: energie verlies

Kaal zijn

– agressie, mannelijke erotiek, wreedheid
– bereiken van een hoge ouderdom

Kaak

– wilskracht en mannelijkheid
– open: gevoel verslonden te worden
– dicht: verwerkingsproces